Hoe ging dat: van drie solopraktijken naar één grote praktijk?

“Al ruim voor de fusie gaf ik samen met de huisartsen vorm aan de samenwerking en maakten we werkafspraken. Een fusie betekent echt een verandering. De praktijkassistentes die al jaren op hun eigen manier werkten, moesten hun werkwijze voortaan afstemmen. Om elkaars werkmethoden te leren kennen, namen we een kijkje bij elkaar in de keuken. In teamsessies ontwikkelden we een nieuwe, gezamenlijke werkwijze. En om elkaar ook persoonlijk te leren kennen, deden we ontspannende activiteiten, zoals Limburgse vlaai bakken.”

Wat doet u nu de rust is teruggekeerd?

“Ik ben twee dagdelen per week in de praktijk aanwezig om alle werkzaamheden te coördineren. Elke week heb ik een vast contactmoment met de huisartsen en met de praktijkassistentes. Als ik knelpunten of kleine irritaties signaleer, dan maak ik die bespreekbaar. Dat draagt bij aan de werksfeer en de motivatie van de medewerkers.”

Wat zijn uw plannen voor de toekomst?

“De laatste jaren zijn de administratieve lasten in de huisartsenpraktijk flink toegenomen. We maken nu een efficiëntieslag, door meer zaken digitaal af te handelen. Ook gaan de assistentes in 2016 een vervolgcursus instroommanagement volgen. Hiermee willen we tot een nog betere werkverdeling tussen huisartsen en praktijkassistentes komen. Assistentes leren bijvoorbeeld om bij de telefonische intake van een patiënt de hulpvraag al scherp te krijgen, waardoor zij het spreekuur beter kunnen inplannen. Samen werken we aan de beste zorg voor onze patiënten.”