"Huisartsen zijn heel lief voor hun werknemers, ze mogen best wat zakelijker zijn"

Werknemers stimuleren om in elke levensfase mee te blijven doen in werk. Dat is wat inzetbaarheid inhoudt, zegt arbeids- en organisatiedeskundige Peter Lijster van Zorg van de Zaak. Hoe huisartsen dat in hun eigen praktijk kunnen doen, vertelt Peter tijdens de training ‘Regie op verzuim’ van de LHV-Academie.

Zorgzaamheid als valkuil
Het valt Peter elke keer weer op als hij een workshop geeft aan huisartsen: “Huisartsen zijn heel lief. Niet alleen voor hun patiënten, maar ook voor hun werknemers. Veel huisartsenpraktijken hebben een intieme setting. De sfeer is goed en de mensen werken fijn samen. Er is sprake van wederkerigheid: Als jij voor mij zorgt, zorg ik voor jou. Daardoor kunnen werknemers in verschillende levensfasen werk en privéleven goed combineren. Er heerst een sfeer van: we komen er samen wel uit.” 


Deze zorgzame houding kan ook een valkuil zijn als het gaat om inzetbaarheid, waarschuwt Peter. “Ik merk dat huisartsen geneigd zijn mee te gaan in de problemen van hun werknemers. Bijvoorbeeld als een werknemer uitvalt omdat zij mantelzorg en werk niet meer kan combineren. Dan zegt een huisarts: ‘Blijf maar thuis.’ Terwijl de huisarts de overbelasting al lang had kunnen zien aankomen en een gesprek over hoe hier mee om te gaan al had kunnen plaatsvinden.”


Professionalisering van management
“Achteraf de situatie oplossen kost meer energie dan tijdig het gesprek aan gaan over inzetbaarheid”, zegt Peter. “Het is belangrijk om niet te wachten op uitval, maar regelmatig aandacht te hebben voor de levensfase en thuissituatie van de werknemers.”


Veel huisartsenpraktijken zijn in korte tijd gegroeid van eenmanspraktijken naar gezondheidscentra met veel werknemers. “In de solopraktijk waren de lijntjes kort. De huisarts en werknemers kenden elkaars privésituatie goed. Een gezondheidscentrum heeft vaak meerdere praktijkondersteuners en assistenten in dienst. Dat vraagt om professionalisering van het personeelsmanagement.”


Balans tussen werk en zorg
Veel werknemers in de huisartsenpraktijk zijn vrouw. Als de kinderen ziek zijn, is het vaak de vrouw die zich afmeldt bij haar werkgever. Precies dáár ligt voor huisartsen een kans om de inzetbaarheid te bespreken. “Nu zeggen werknemers vaak: ‘Ik ben ziek, ik kom vandaag niet werken.’ Ik wil toe naar: ‘Ik heb een ziek kind thuis, wat zou de beste oplossing zijn?’ In het teamoverleg kunnen huisartsen en werknemers daar afspraken over maken. Als er veel parttimers in de praktijk werken, kunnen zij bijvoorbeeld uren of dagen ruilen. Of een werknemer kan vanuit huis inloggen. Ook belwerk kan een werknemer gewoon vanuit huis doen.”


Veel 45-plussers die in de zorg werken, zijn ook mantelzorger voor zieke familieleden. Dat vergt veel van ze. Ook daarover kan de huisarts in gesprek met de werknemer. “Veel werk van een mantelzorger bestaat uit het regelen of overnemen van zorg. U kunt samen kijken of uw werknemer daarbij ondersteuning kan krijgen. Daar bestaan bureaus voor.”


Zelf oplossingen aandragen
“Huisartsen mogen best wat zakelijker zijn”, concludeert Peter. “Hij zou in de gesprekken met zijn werknemers meer moeten denken en spreken als werkgever, niet als huisarts. En laat werknemers zelf met oplossingen komen, in plaats van hun problemen bij de werkgever neer te leggen. Een huisarts kan wel meedenken, maar een oplossing is krachtiger als een werknemer die zelf aandraagt. Ik zou in de toekomst graag zien dat een werknemer zegt: "Ik wil in gesprek, want mijn inzetbaarheid staat onder spanning. Hoe komen we daar samen uit?”

Arbeids- en organisatiedeskundige Peter Lijster werkt voor Zorg van de Zaak, een netwerk van bedrijven op het gebied van bedrijfszorg, medische zorg en leefstijl. Hij geeft de training ‘Regie op verzuim’ die is toegesneden op de huisartsenpraktijk.

Lees meer over de training 'Regie op verzuim'